Amsterdam: koffietentjes onder het vergrootglas van de gemeente

In Amsterdam is de afgelopen jaren een groot aantal koffiezaken (en -zaakjes) gevestigd. Zaken waarin een kopje koffie gedronken kan worden met daarbij een beperkt assortiment aan patisserie of voor de lunch.

Een aantal van die zaken is gevestigd in een pand dat geen specifieke horecabestemming heeft. Vaak betreft het reguliere winkelpanden, althans panden met een detailhandelbestemming.

In onze praktijk bemerken we dat de gemeente Amsterdam op dit moment hoge prioriteit geeft aan het handhaven op -volgens de gemeente niet toegestane- koffiezaakjes, met name in het centrum. Deze handhavingsactie lijkt onderdeel uit te maken van een breder plan van aanpak van onder meer souvenirwinkels, Headshops, (verboden) mengformules, (verboden) eetwinkels en (verboden) horeca.

Volgens de gemeente Amsterdam passen die betreffende zaken niet binnen de gebruiksmogelijkheden van het bestemmingsplan (nu: omgevingsplan). Ons kantoor heeft al geruime tijd diverse procedures hierover lopen en er komen vrijwel dagelijks nieuwe procedures bij. Dit geldt overigens niet alleen voor het stadsdeel Centrum, maar ook voor andere stadsdelen, waaronder het stadsdeel Zuid.

In een aantal gevallen oordeelt de gemeente dat een koffie speciaalzaak wordt aangemerkt als “fastfood” (zogenaamde horeca 1) of als reguliere horeca (zogenaamde horeca 4). Ook wordt in het bijzonder gekeken naar de grenzen van mengformules: detailhandel met beperkte horeca. In veel gevallen zijn mengformules in het omgevingsplan niet langer toegestaan en speelt de vraag of deze onder het overgangsrecht vallen.

Er zijn voorbeelden bekend waarbij de gemeente Amsterdam in het verleden schriftelijk heeft verklaard dat het beoogde gebruik /concept als mengformule van de bewuste exploitant is toegestaan, maar men nu, slechts enkele jaren later, stelt dat het gebruik zodanig is gewijzigd dat er buiten de begrenzing van de mengformule en/of het overgangsrecht is getreden.

Mede vanwege het steeds stringentere (handhavings-) beleid van de gemeente Amsterdam is een goede check op de mogelijkheden die het omgevingsplan voor een bepaald pand biedt, bij nieuwe vestiging van koffiezaken, mengformules en overige horeca steeds belangrijker geworden.

 

Met de vaststelling van het bestemmingsplan “Winkeldiversiteit Centrum” heeft de gemeente Amsterdam sinds 18 juli 2018 al een zeer vergaand verbod vastgesteld op nieuwe vestiging van o.a. toeristenwinkels, souvenirwinkels, eetwinkels en mengformules.

Ook als een mengformule wordt overgenomen kan niet zonder meer worden aangenomen dat deze activiteiten volgens het omgevingsplan (en eventuele overgangsrecht) zijn toegestaan. Het handhavingsbeleid van de gemeente Amsterdam is namelijk nadrukkelijk gericht op het terugdringen van (in de ogen van de gemeente illegale) horeca en mengformules.

Per geval dient daarom, voorafgaande aan een overname, de juridische positie en de gebruiksmogelijkheden van een pand te worden bepaald. Het is dan ook van groot belang om voorafgaand aan dergelijke bedrijfsovername een deugdelijke screening door een hierin gespecialiseerde advocaat te laten plaatsvinden.

Vorige
Vorige

Wat horecaondernemers moeten weten over mogelijke beperkingen in hun exploitatievergunning

Volgende
Volgende

Omgevingswet brengt (nog?) geen directe verandering in de beoordeling van geur en geluid bij horecabedrijven