Horecaondernemers krijgen regelmatig te maken met mededingingsrecht, vooral in relatie tot exclusieve leveringsverplichtingen zoals de bierplicht. Dit roept vragen op over de geldigheid van dergelijke verplichtingen onder de mededingingswetgeving en Europese regels.

Bierplicht en mededingingswetgeving

Volgens de Mededingingswet zijn concurrentiebeperkende afspraken in principe verboden, tenzij er een Europese vrijstellingsregeling van toepassing is. Sinds 1 juni 2000 geldt er een vrijstellingsregeling voor brouwerijcontracten, maar deze regelgeving is ook van toepassing op andere producten.

Leveringscontracten per brouwerijtype

De verplichtingen voor horecaondernemers variëren afhankelijk van het type brouwerij waarmee zij samenwerken. De grootte van de brouwerij en het marktaandeel spelen hierbij een belangrijke rol.

• Grote brouwerij ( Heineken):
  De exclusieve afnameovereenkomsten van Heineken zijn “geliberaliseerd” en dus opzegbaar. Uitzondering is de situatie waarin Heineken de bedrijfsruimte verhuurt aan de horecaondernemer, in welk geval de exclusieve afnameverplichting mag doorlopen zolang de huurovereenkomst voortduurt. Heineken mag in dergelijke gevallen in beginsel uitsluitend binden op tappils.

• Middelgrote brouwerij
  Bij brouwerijen met een marktaandeel tussen de 10 en 30% mag een exclusief leveringscontract in beginsel vijf jaar duren. De verplichting kan langer voortduren als de brouwerij tevens uw verhuurder is.

• Kleine brouwerij
  Kleine brouwerijen (minder dan 10% marktaandeel) hebben meer vrijheid om langdurige exclusieve afnameverplichtingen op te leggen.

Gevolgen voor uw onderhandelingspositie

Wanneer u als horecaondernemer een huurovereenkomst aangaat met een brouwerij, kan dit uw toekomstige onderhandelingspositie beïnvloeden. Denk hierbij aan onderhandelingen over bierkortingen en kortingen op andere producten. Het is daarom verstandig om goed na te denken over de gevolgen van het huren van een bedrijfsruimte van een brouwerij.